Goedendag.

We willen alles maar meer.
Elke keer weer.
We zijn sociaal.
Alleen niet zo verbaal.

De hele tijd on.
Op onze smart-phone.

Wanneer zei jij voor het laats, goedendag?
En toverde je iemand een glimlach.
We praten van op afstand.
Zelfs uit een ander land.

Maar waarom voelen we ons dan zo alleen.
Met zoveel mensen om ons heen.

Je kan wel typen met de vraag: alles goed?
Het antwoord zie je enkel als je elkaar echt ontmoet.

Technologie is niet slecht.
Nee, echt.
We kunnen gewoon meer.
Elke keer weer.

Ik vraag me af.
Is het niet wat maf?
Dat we dat niet gewoon doen.
Waar is ons fatsoen?

Het is simpel doe vandaag eens zot.
En zeg even tegen die phone, not.
Even in het hier en nu.
En niet in die andere wereld continu.

Laten we beginnen met: goedendag.
En wie weet tover jij wel die glimlach.
Zo heb ik al fijne mensen ontmoet.
En geloof me je doet er altijd wel iets met goed.

De laatste keer.

Nog steeds een knoop in mijn keel.
En steeds de herinneringen die ik in mijn hoofd afspeel.
Ik kijk maar zie je niet.
Het is die leegte die je achterliet.
Nog eens voor één keer je lach.
En dan de laatste keer om je te zeggen, dag.

Die ene mooie vogel.

Wachtend zit ik hier, te wachten tot jij zou verschijnen.
Maar niets gebeurd in men gedachten laat ik je dan maar verdwijnen.
Plots sta je daar, vlak voor mijn neus.
Vol ongeloof kijk ik je aan, maar toch ben ik curieus.

Hoe dat het kon dat ik je na al die tijd kon terugzien.
Toen je verdween uit mijn leven wat ik nog geen tien.
Alle herinneringen zie ik ineens voor mij, hoe je lachte als je me zag.
Nooit had je eens een slechte dag.

Ineens werd ik wakker en ik dacht het was maar een droom.
Maar toen ik naar buiten keek zat je daar te fluiten in die mooie boom.

Vliegen zoals een vogel.

Vliegen zoals een vogel.
Iemand raken zoals een kogel.
Tranen in de ogen.
Of lachen in bogen.

De grap van de eeuw.
Geeuw.

Vliegend in de lucht.
Opgaan in die zucht.
Dansen met de sterren en de maan.
En blijven gaan.

Op zoek gaan naar sterren van geluk.
woow, buk!

Vliegen naar dat één.
Het is hier ergens om mij heen.

De tijd.

De tijd die mij omringt is overheersend en vaag.
Er is iets wat ik mij al heel de tijd af vraag.

Ik zeg hallo, tegen de tijd.
Die mij mijn adem afsnijd.
De tijd vliegt voorbij.
En soms lijkt het wel zonder mij.

Omringt door iets, door niets.

Ik wil tegen de stroom ingaan.
Maar het gaat niet, ik loop, ik duw.
Alles ver van me vandaan.
Alles vervaagt.
En ik heb het gevoel dat ik de tijd heb weg gejaagd.

Maar mijn hoofd zit nog steeds vol.
En dat draait mij tol.
Ik draai in de tijd.
En heb ik spijt?

Ik weet het niet.
Het lijkt ook alsof iemand mij steeds ziet.
Ik zoek iets maar ik weet niet juist wat.
Maar ik heb het gehad.

Verloren in de tijd.
En dat is er wat er aan me snijd.
Maar tijd heelt alle wonden.
Laat het dan zijn in enkele seconden.

Maar hoe moet ik afscheid nemen met de tijd?
Die tijd ie mij mijn adem steeds afsnijd.
Ik wou dat het simpel was.
En dat ik gewoon kon zeggen, ik pas.

Balou de kat.

zwart-wit, wit-zwart.
Hiermee beschrijf ik zowat mijn kat.

Hij is een echte aap.
Maar soms ook een schaap.
soms een beer.
Dat hangt af van wat hij doet elke keer.

Hij klimt als een aap.
Gaapt als een schaap.
knuffelt als een beer.
Maar bovenal is hij een echte heer.

Voor jou.

De inkt loopt uit mijn pen.
De pen loopt op het blad
De woorden lopen over de schrijflijnen.
En mijn mond loopt over van jou.
Liefde daar loopt de mond van over.
Dat doet de pen zweven boven het blad en de woorden dansen.
En dat allemaal omdat ik overloop.
Mijn hart overloopt door jou.

Nieuw leven.

 Ooit schreef ik je elke dag.
Tot je me nooit meer zag.
De tijd vervloog.
Maar je hield me in het oog.

Ik hield je in mijn hart.
Dat was de nieuwe start.
Het is een begin van een nieuw leven.
Dat een belangrijk iemand mij heeft gegeven.

In die tijd had ik mijn pen niet nodig.
Het was toen overbodig.
Hij is mij alles waard.
Hij is zoals ze het zeggen mijn prins op het witte paard.

Hij is de man van wie ik hou.
Bij hem sta ik nooit in de kou.
Hij gaf mij mijn belangrijkste rijm.
je l’aime.

Het is meer dan juist houden van.
Het is in de meeste mooiste vorm dat mogelijk kan.
Ik geef hem mijn hele hart.
Hij geeft mij een nieuwe start.

Een nieuw begin, een nieuw verhaal.
Waar ik dankzij hem niet in verdwaal.
Hij weet het niet maar hij is mijn nieuw leven.
Want hij heeft mij het beste gegeven.

Hij is mijn beste rijm.
je l’aime.

Liefde is.

Liefde is ondoorgrondelijk, zoals de zee.
Zo zwijgzaam als een vis maar tegelijkertijd zo opvallend als vuurwerk.

Liefde is onvoorspelbaar zoals bliksem.
Zo ingewikkeld als een knoop.

Maar ook zo puur als chocolade.
Liefde is kortweg, een puzzel in je hart.

Houden van.

Houden van iets puur.
Houden van iets zuur.

Houden van iets klein.
Houden van is fijn.

Houden van iets kleurig.
Houden van iets fleurig.

Houden van iets trots.
Houden van iets zot’s.

Houden van met heel je hart.
Is veel belangrijker dan van wat.